Per 1 januari 2021 gaan er nieuwe eisen gelden voor de energie zuinigheid van nieuwbouw woningen (en andere gebouwen). Sinds ruim 2 jaar is het niet meer mogelijk om nieuw te bouwen woningen nog met aardgas te verwarmen. Voor het verwarmen van woningen zijn er dan eigenlijk nog maar 2 opties: een warmtepomp of stadsverwarming.
In Utrecht is er een stadsverwarmings netwerk. Deze stadsverwarming (ook wel stadswarmte genoemd) wordt voor een belangrijk deel gevoed met biomassa. Biomassa wordt door de overheid gezien als duurzame energie. Ook de gemeente Utrecht ziet dat zo, zoals onlangs weer bleek uit de antwoorden op Schriftelijke vragen over dit onderwerp. Als gevolg hiervan wordt de gunstige biomassa kwaliteitsverklaring die Eneco heeft opgesteld gewoon door de gemeente Utrecht geaccepteerd. En hierdoor pakt het voor de bouwer van een woning zeer gunstig uit als je kiest voor stadsverwarming in plaats van een warmtepomp.
Om het verschil duidelijk te maken hebben we een zgn. voorbeeldwoning genomen (rijtjeshuis, tussenwoning) en deze door gerekend met zowel stadsverwarming (met en zonder kwaliteitsverklaring) als met een lucht/water warmtepomp. Daarbij zijn alle ander variabelen (isolatiepakket, raamoppervlaktes etc.) gelijk gehouden. Om toch aan de nieuwe BENG eisen te kunnen voldoen zijn alleen het aantal m2 zonnepaneel verschillend gemaakt. Hiermee wordt inzichtelijk wat het verschil is tussen de 3 berekeningen:
woning met stadsverwarming met kwaliteits verklaring 8 m2 PV paneel
woning met stadsverwarming zonder kwaliteits verkl. 19 m2 PV paneel
woning met lucht/water warmtepomp 2 m2 PV paneel
Hieruit blijkt dat je met stadsverwarming, dankzij de gunstige biomassa kwaliteitsverklaring, veel minder zonnepaneel nodig hebt om toch aan de eisen te kunnen voldoen.
Voor ontwikkelaars van (sociale) huurwoningen wordt deze optie hiermee extra aantrekkelijk gemaakt. De bouwkosten per woning bij toepassing van stadsverwarming zijn nl. hierdoor enkele duizenden euro’s lager.