Onwetende “specialisten” informeren de wethouder

Sinds 1 januari 2021 moet er voor nieuwbouwplannen een zgn. BENG berekening gemaakt worden. Aangetoond moet worden dat het plan voldoet aan alle drie de zgn BENG eisen.
Wethouder Van Hooijdonk ontraadde een motie met de bewering dat de kwaliteits- (of EMG-) verklaring van Eneco sinds de invoering van BENG geen invloed meer heeft op nieuwbouw.
Het staat echter wel vast dat dat niet klopt. Zo is bijvoorbeeld in een
rapport van het Ministerie van BZK te lezen:
(PV = zonnepanelen) Bij het forfaitair rekenen wordt er niet uitgegaan van de gunstiger waarde uit de kwaliteitsverklaring en moeten er meer zonnepanelen geînstalleerd worden. Of evt. in plaats daarvan moeten er andere energiebesparende maatregelen aangebracht worden.
Het klopt overigens wel dat de verklaring geen effect meer heeft op BENG eis 1, maar wel degelijk op BENG 2 en 3. Aangezien plannen moeten voldoen aan alle drie de eisen heeft de verklaring dus nog wel degelijk effect op nieuwbouw zoals onder meer in het rapport valt te lezen.
Maar waar haalt de wethouder haar wijsheid dan vandaan ? Daarvoor hebben we een WOB verzoek ingediend naar de onderbouwing van haar bewering dat de verklaring geen invloed meer heeft op nieuwbouw.
In het antwoord op het WOB-verzoek wordt verwezen naar enkele Utrechtse beleidsstukken waar dat in zou staan, maar hierover staat er niets in. Ook verkregen we een email wisseling tussen de betrokken “specialisten” bij de gemeente Utrecht. Daarin staat bijv. te lezen:

en:

Toch blijken ze zich wat later toch nog ingelezen te hebben en vermelden in een zgn annotatie:

Maar dit is kennelijk niet meer tot de wethouder doorgedrongen.

30% nieuwbouw aangesloten op stadsverwarming Eneco

De gemeente stelt in beleidsstukken dat het er naar streeft om geen enkele nieuwbouw woning nog aan te sluiten op het hoge temperatuur warmtenet van Eneco. Maar wat komt daar van terecht ?
Op de website van EP-online staat een database met alle zgn. BENG berekeningen die voor nieuwbouw verplicht zijn. Uit deze gegevens kun je o.a. opmaken of de nieuwbouw woning wordt aangesloten op de stadsverwarming van Eneco.
In deze database hebben we over de afgelopen 9 maanden in ieder geval 130 Utrechtse berekeningsresultaten kunnen terugvinden.
En wat blijkt ? Er worden altijd nog 30% van de nieuwbouwwoningen aangesloten op de stadsverwarming van Eneco.

2e Burgeragendering voor energiezuiniger hoogbouw.

De gemeenteraad van Utrecht wil zo veel mogelijk lege plekken in de stad gaan volbouwen. Dat heet “verdichten”. Veel van deze bouwwerken zullen de hoogte in gaan. Maar hoogbouw is eigenlijk per definitie minder energiezuinig dan laagbouw. De rijksoverheid weet dat ook. En daarom is er in het Bouwbesluit voor gemeentes een mogelijkheid om voor hoogbouw ontheffingen te verlenen van de eisen m.b.t. energiezuinigheid.
Deze 2e burgeragendering gaat er nu om dat de gemeente Utrecht geen gebruik zal maken van deze ontheffingsmogelijkheid. En daardoor moet er dus alleen hoogbouw toegestaan worden die minstens zo energiezuinig is als laagbouw.

Teken deze burgeragendering hier:
https://petities.nl/petitions/burgeragendering-energiezuiniger-hoogbouw-in-utrecht?locale=nl

Vergeet niet ook je adres en geboortedatum in te vullen anders telt je ondertekening niet mee.
Een interessant artikel over de (on)zinnigheid van hoogbouw kun je hier lezen: https://dse.nl/hoogbouw-nergens-goed-voor/

Burgeragendering energiezuiniger nieuwbouw

De gemeenteraad van Utrecht heeft ruim 2 jaar geleden de klimaatcrisis uitgeroepen. Voor zover bekend zijn daar nog geen concrete maatregelen uit voortgekomen waardoor de CO2 uitstoot op korte termijn zal afnemen.
Als het om energiezuiniger bouwen gaat loopt de gemeente Utrecht zelfs achter de feiten aan.
Om die reden zijn we een burgeragendering gestart met een viertal concrete maatregelen waarmee nieuwbouw aanzienlijk veel minder CO2 zal uitstoten.

De 4 maatregelen zijn:
1. de kwaliteitsverklaring stadsverwarming van Eneco niet meer accepteren
2. de TO-juli eis uit de BENG verlagen van 1,2 naar 1,0. De TO-juli heeft betrekking op de mate waarin er in de zomer een temperatuuroverschrijding te verwachten is. Landelijk is deze eis 1,2. Maar omdat het in steden in de zomer veel warmer kan worden (hitte-eiland) ligt het voor de hand dat deze eis in een stad als Utrecht lager is.
3 de BENG 2 eis te verlagen met 50%. De BENG 2 eis heeft betrekking op de hoeveelheid fossiele energie dat een bouwwerk gebruikt
4. de BENG 3 eis te verhogen met 50%. De BENG 3 eis heeft betrekking op het percentage duurzame energie waarmee een bouwwerk in zijn energiebehoefte voorziet.

De hoeveelheid energie die met deze maatregelen bespaard wordt staat ongeveer gelijk aan elektriciteitsproductie van 2 windmolens van 200 meter. Deze berekening gaat er vanuit dat Utrecht de komende jaren 60.000 nieuwe woningen wil bouwen.

De burgeragendering ondertekenen kan hier:
https://petities.nl/petitions/burgeragendering-energiezuiniger-nieuwbouw-in-utrecht?locale=nl
Vergeet niet ook je adres en geboortedatum in te vullen anders telt je ondertekening niet mee.

Urgentie klimaatmaatregelen ontbreekt

De gemeenteraad van Utrecht heeft ruim 2 jaar geleden de klimaatcrisis uitgeroepen. Maar er blijkt van enige urgentie met betrekking tot klimaatmaatregelen nog geen sprake.
Zo is op 22 september 2021 een nieuwe legesverordening van kracht geworden waarin nog wordt uitgegaan van EPC berekeningen bij bouwvergunningen. Feit is dat de EPC-eis al 9 maanden geleden vervangen is door de BENG-eisen. Maar dit blijkt dus nog niet bij de gemeente Utrecht te zijn doorgedrongen.

Afgelopen jaren werd er door de gemeente korting gegeven op de legeskosten als je een gebouw wilde neerzetten dat veel energiezuiniger is dan de wettelijke eis. Door de invoering van de BENG-eisen per 1-1-2021 bestaat deze kortingsregeling in feite niet meer omdat de EPC-eis is vervallen. De gemeente Utrecht is er, na 9 maanden, kennelijk nog niet aan toegekomen om deze kortingsregeling in een nieuw jasje te gieten.

Warmteverlies van stadsverwarming

Het wordt vaker gezegd dat je niet moet willen dat er water met een hoge temperatuur door de stad gejaagd wordt om de huizen te kunnen verwarmen. Dat heet dan “Russische toestanden”. Maar feit is dat dat in Utrecht nog steeds gebeurt en voorlopig ook zal blijven gebeuren. Maar hoeveel warmte gaat hier nu mee verloren ?

Daarvoor is een eenvoudige rekenmethode ontwikkeld. In onderstaand voorbeeld wordt voorgerekend dat er 12 GJ per jaar per woning verloren gaat. Deze berekening is gebaseerd op een warmtenet met een aanvoer temperatuur van 70° en retour van 40°.

Het Utrechtse stadsverwarmingsnet heeft echter een aanvoertemperatuur die ligt tussen de 90° en 110°. Daardoor zal dit warmteverlies in Utrecht nog flink hoger zijn en per aangesloten woning ca 20 GJ per jaar bedragen.
Maar hoeveel is nu 20 GJ aan warmte ? Als je deze hoeveelheid zou moeten opwekken met een moderne gasketel dan heb je daarvoor ruim 550 m3 aardgas nodig. Dit is dan ook een van de redenen dat je voor stadsverwarming een hoog vastrecht moet betalen. Je moet immers ook betalen voor de warmte die onderweg verloren gaat.

 

Wethouder jokt voor 3 windmolens

Onlangs heeft wethouder Van Hooijdonk met een leugen de gemeenteraad ontraden om voor een motie te stemmen van 5 oppositiepartijen. De motie ging over het niet meer accepteren van de kwaliteitsverklaring van Eneco stadsverwarming.

Ze beweert verschillende dingen die niet waar zijn, maar de belangrijkste is dat de kwaliteitsverklaring geen invloed meer zou hebben op nieuwbouw woningen. Dat heeft het natuurlijk nog steeds want anders zouden ze wel afgeschaft zijn.

Maar hoeveel extra CO2 uitstoot gaat deze leugen nu opleveren ?
Utrecht wil 60.000 woningen gaan bouwen. Nieuwbouwwoningen worden niet meer op aardgas aangesloten. Als we dan eens aannemen dat de helft (30.000 woningen) aangesloten gaat worden op stadsverwarming. Per woning geeft een woning zonder kwaliteitsverklaring ca 500 kg per jaar minder CO2 uitstoot en ca. 1500 kWh minder elektriciteit op de meter.
In totaal levert dit sommetje dan een misgelopen emissiereductie op van 15.000 ton CO2 per jaar en 45 GWh aan elektriciteitsbesparing.
Ter vergelijking: de 8 windmolens die in polder Rijnenburg gebouwd gaan worden leveren per stuk ca 15 GWh per jaar, dus dan zouden er in principe 3 molens minder gebouwd kunnen gaan worden.

Van Hooydonk blijft voor accepteren kwaliteitsverklaring

Utrecht wil de komende jaren 60.000 woningen gaan bouwen. Deze woningen kunnen niet meer op het gas aangesloten worden. Ze zullen in hoofdzaak verwarmd moeten worden door warmtepompen of stadsverwarming, Ten behoeve van de bouwvergunning kan er voor stadsverwarming gerekend worden met een zgn. kwaliteitsverklaring waarbij uitgegaan wordt van een fictief hoog rendement en waardoor de keus voor stadsverwarming veel aantrekkelijker lijkt te zijn dan in werkelijkheid het geval is.

Rekenen met een hoog rendement voor stadsverwarming betekent dat de projectontwikkelaar minder hoeft uit te geven aan bijv. zonnepanelen om aan de steeds strengere eisen te voldoen voor energiezuinigheid. Dat is fijn voor de projectontwikkelaar, maar kost de bewoner rond de 600 euro per jaar extra voor energie en geeft ook flink veel extra CO2 uitstoot.

Hoe hoog het fictieve rendement is van de stadsverwarming berekent Eneco zelf en de berekening is niet openbaar. Eneco berekent dan een fantastisch rendement van ca. 200%, wat betekent dat er twee keer zoveel energie uit de stadsverwarming komt als er in de vorm van gas en biomassa in gestopt wordt. Ze mogen dat doen omdat het verbranden van bomen zgn. CO2 neutraal is.

Bij meerdere gelegenheden heeft het college verklaard af te moeten gaan op de verklaring die Eneco zelf heeft opgesteld over dat fantastische rendement van de stadsverwarming. Want, zo voert het college aan, die zelf opgestelde kwaliteitsverklaring van Eneco is geaccepteerd door het zogenaamde Bureau Controle en Registratie Gelijkwaardigheidsverklaringen (BCRG).

Wat het college beweert is volstrekt in strijd met de waarheid. Het BCRG is een private club en maakt geen deel uit van de overheid. Het heeft dus geen enkele officiële bevoegdheid. Het BCRG zelf schrijft :
“De gemeente moet een CE-markering accepteren maar bepaalt uiteindelijk zelf als bevoegd gezag of ze een gecontroleerde kwaliteitsverklaring of gelijkwaardigheidsverklaring accepteert of niet. Dit is haar eigen verantwoordelijk”1

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (wél een dienst van de overheid) schrijft: De gemeente bepaalt uiteindelijk zelf of ze een (gecontroleerde) kwaliteitsverklaring accepteert of niet. Ze kunnen de databank gebruiken voor advies”.2 

De vraag of een gemeente verplicht is de gelijkwaardigheidsverklaring van Eneco te accepteren is inzet geweest in een geding dat bij de Raad van State heeft gespeeld. De Raad van State oordeelde dat de gemeente Nieuwegein zelf kon beslissen of ze de verklaring wel of niet accepteren. 3

Het college van B&W van Utrecht blijft beweren dat ze de kwaliteitsverklaring niet kunnen weigeren en kiest daarmee vóór de belangen van Eneco en vóór het verbranden van nog meer biomassa en tegen de belangen van bewoners en tegen een lagere CO2 uitstoot.
Binnenkort staat dit punt op de agenda van de raadscommissie. Het is op initiatief van de Partij voor de Dieren geagendeerd en zonder medewerking van de zogenoemde “groene” collegepartijen Groenlinks en D66.

Downloaden onderzoek accepteren kwaliteitsverklaring op woonlasten

Link naar verslag commissievergadering

1 https://docplayer.nl/54818810-Beoordelingssystematiek-gecontroleerde-kwaliteitsverklaringen-en-gecontroleerde-gelijkwaardigheidsverklaringen.html
2 Nederland https://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/wetten-en-regels-gebouwen/nieuwbouw/energieprestatie-epc/kwaliteits-en-gelijkwaardigheidsverklaringen-epc.
3 https://www.raadvanstate.nl/@47873/200906294-1-h1/

 

Stadswarmte bevoordeeld 2

Schreven we in dit artikel al dat de acceptatie van de gunstige biomassa kwaliteitsverklaring van Eneco een voordeel oplevert voor de bouwer van een woning. Voor de bewoner ligt dat natuurlijk anders
Ten eerste is er het hoge vastrecht tarief van €480 per jaar voor een aansluiting op het warmtenet.
Daarnaast zal de bewoner van een woning met stadsverwarming die is berekend met de kwaliteitsverklaring minder opbrengst hebben van zonnepanelen. Dat verschil bedraagt ruim € 300 per jaar.
Dus ook al wordt gekozen voor stadsverwarming levert alleen al de acceptatie van de biomassa kwaliteitsverklaring een verhoging van de woonlasten voor de bewoner op van ruim € 300 per jaar, alleen maar omdat biomassa als een “duurzame” energiebron wordt gezien.
Als je een vergelijking maakt met een woning met stadswarmte (berekend met biomassa kwaliteitsverklaring) en een woning met een warmtepomp dan is de bewoner met stadswarmte zelfs € 600 per jaar duurder uit.

De gemeente Utrecht heeft in Schriftelijke vragen nogmaals bevestigd dat ze de biomassa kwaliteitsverklaring van Eneco blijven accepteren. Het is wel duidelijk dat dit uitpakt in het voordeel van de (sociale)
verhuurder en Eneco.
De huurder is per jaar ca € 300 tot € 600 duurder uit.

 

Disclaimer: voor de PV opbrengst wordt gerekend met 100% saldering

Stadswarmte bevoordeeld 1

Per 1 januari 2021 gaan er nieuwe eisen gelden voor de energie zuinigheid van nieuwbouw woningen (en andere gebouwen). Sinds ruim 2 jaar is het niet meer mogelijk om nieuw te bouwen woningen nog met aardgas te verwarmen. Voor het verwarmen van woningen zijn er dan eigenlijk nog maar 2 opties: een warmtepomp of stadsverwarming.
In Utrecht is er een stadsverwarmings netwerk. Deze stadsverwarming (ook wel stadswarmte genoemd) wordt voor een belangrijk deel gevoed met biomassa. Biomassa wordt door de overheid gezien als duurzame energie. Ook de gemeente Utrecht ziet dat zo, zoals onlangs weer bleek uit de antwoorden op Schriftelijke vragen over dit onderwerp. Als gevolg hiervan wordt de gunstige biomassa kwaliteitsverklaring die Eneco heeft opgesteld gewoon door de gemeente Utrecht geaccepteerd. En hierdoor pakt het voor de bouwer van een woning zeer gunstig uit als je kiest voor stadsverwarming in plaats van een warmtepomp.
Om het verschil duidelijk te maken hebben we een zgn. voorbeeldwoning genomen (rijtjeshuis, tussenwoning) en deze door gerekend met zowel stadsverwarming (met en zonder kwaliteitsverklaring) als met een lucht/water warmtepomp. Daarbij zijn alle ander variabelen (isolatiepakket, raamoppervlaktes etc.) gelijk gehouden. Om toch aan de nieuwe BENG eisen te kunnen voldoen zijn alleen het aantal m2 zonnepaneel verschillend gemaakt. Hiermee wordt inzichtelijk wat het verschil is tussen de 3 berekeningen:

woning met stadsverwarming met kwaliteits verklaring 8 m2 PV paneel

woning met stadsverwarming zonder kwaliteits verkl. 19 m2 PV paneel

woning met lucht/water warmtepomp 2 m2 PV paneel

Hieruit blijkt dat je met stadsverwarming, dankzij de gunstige biomassa kwaliteitsverklaring, veel minder zonnepaneel nodig hebt om toch aan de eisen te kunnen voldoen.
Voor ontwikkelaars van (sociale) huurwoningen wordt deze optie hiermee extra aantrekkelijk gemaakt. De bouwkosten per woning bij toepassing van stadsverwarming zijn nl. hierdoor enkele duizenden euro’s lager.